In de nabije verte blèren twee machtige US 8-cilinders aan. We liggen langs de provinciale vaargeul waar de locals bij licht en donker liefst met minstens 800 pk achter hun monsters langsrazen. Daartussendoor pruttelen onze clega-ankeraars met hun 2 PKrubbertjes. Zie het als gezellig op de Solex tussen de BMW’s, Mercedessen en Lambo’s op de autobaan tussen Frankfurt en Keulen. Ander concept. Moedige helden!

Deze waarneming zet mij aan tot een mijmering over het concept; de dinghy, de rubberboot, onze dienstfiets, stadsauto, het winkel- en vrachtwagentje waarmee wij de
dagelijkse dingen doen. Zonder is deze wereldreis onmogelijk. Na de beste stuurautomaat absoluut de belangrijkste aanschaf.

In Nederland leeft over ‘de ideale dinghy’ een heel ander beeld dan je hier gaandeweg ontwikkeld. We starten met licht, liefst opvouwbaar (dus zachte bodem) en 4 takt, stil, schoon motortje (elektrisch!). Zoiets schaffen we dus aan en hangen we daarna heel netjes, blinkendschoon aan voor diefstal goed bereikbare davids achterop de boot. Alles
milieutechnisch geheel verantwoord, klaar voor de toekomst en zoals het hoort op Loosdrecht.

Wat zijn de gevolgen van deze verantwoorde aanschaf hier, op het Spaanse water waar je dagelijks behoorlijke afstanden vaart, waar het doorgaans 20/28 knopen (BF 5/6) waait, waar de locals geroutineerd vriendelijk zwaaiend alles verwoestende hekgolven trekken en waar het daglicht vlak na zes uur ‘s avonds met een soort knop uitgaat?
Een inkijkje: (1) de aangeschafte eitjes, koekjes, kaas, toiletpapier, stadkleding en kleine kinderen met hun puzzels worden doornat (en zout). (2) bij een snelle ministorm kom je vanaf het piratennest (gebruikelijke zeilershangout met goedkoop bier) niet meer tegen wind en golven in en moet je machteloos toezien hoe je boothuis langzaam van het anker gaat en de buurman er tegenop krabt. (3) je zit per dag bij vier ‘normale’ overtochten (2x heen en weer) ongeveer een uur in de klereherrie van een op vol vermogen
draaiende jengelmug naast je oor. (4, de belangrijkste) je vaart met je Solex op een autobahn, waar ze ook in het stikkedonker en met een biertje op het Gas Er Vol Op Houden. Ook Zonder Lampje.

Ziedaar een Nederlandse Natte Sitting Duck met 2PK; Wil je niet.

Meer ervaren waterwoners lossen dit probleem na deze ervaring vooral met ‘mucho’ PK’s (15 pk enduro niet voor niks meest gepikte motortje in de carieb) en een zwaarder bootje op. Voordelen: boeg hoger in combi met planeren op een harde bodem betekent droge koekjes en zoet kind (lacht ook harder); veeeeel korter varen met minder herrie en op termijn betere oren; snelle & veilige autobahnoversteken met minder potentieel bloedverlies, op tijd bij je bootje zijn als het mis dreigt te gaan dus minder stress en in de toekomst lagere verzekeringspremie. Jullie voelen ’m al aankomen: StevigeTweeTaktmetHarde Bodem! Licht, sterk, snel, onverwoestbaar maar desondanks met hamer en schroevendraaier te repareren.

Maar het milieu dan? Brandstof verbruik? Tsja…. Een klein in deze baai uitgevoerd onderzoekje (n=4) suggereert dat deze echt belangrijke aspecten in dit drijvende dorpje niet opwegen tegen de hierboven genoemde voordelen (bloedverlies niet meegenomen) en dat men de indruk heeft dat 4×3 minuten 2 takt brandstofverbruik tot minder uitputting van onze fossiele voorraden en herrie leiden dan 4×20 minuten 4 takt. Bam. Ik hoop dat ze het meenemen in de kabinetsformatie.

Curaçao, september 2017