Author: Rolf van der Meer (page 1 of 4)

Doggersbank 7BF, altijd lastig….

Vanuit mijn zeekooi hoor ik Toos -relatie relatie- aan de marifoon: “Matsya for Bulker on 16, our CPA (closest point of approach) almost zero, what is your advice?”. 3x geen antwoord, bakken water komen horizontaal voorbij, Oorverdovende dreunen als we met 8 kopen+ de kortsteile golven inboren, bergjes met witte kammen all over the place, zicht hooguit 2 mijl.

Voor ons belangrijk alle ‘hoogte’ vast te houden om niet op Borkum te landen, een koerswijziging is voor hem 2x op een knopje drukken, voor ons een heel gedoe met stuurautomaat, overstag, zeilwisseling, snelheid maken, weer overstag terug en daarna de hele handel weer goed instellen. Met deze zee en wind ben je dan wel ff bezig. Hier geen shipping lane, die K…panamees moet uit de weg! Panamees zegt dat Toos maar uit moet wijken, hij behoudt koers en snelheid. Ramkoers. We hebben nu ruim 48 uur een zeilerstormpje op de kop, beetje moe, beleefd raakt op. Begin verschrikkelijk kwaad te worden: Wij Hebben VOORRANG, of ie nou 300.000 ton weegt of niet, OPZOUTEN MET JE AARDAPPELBAK, geeft mijn stemming voorzichtig weer. Vlak voordat ik geheel in lijn met goed schipperschap en teamwork de marifoon uit Toos haar handen wil rukken om hem in officieel Nederlands zijn vet te geven zien we de CPA van 80 meter naar 6 kabels opklimmen, als wij nou ook nog een graadje hoger doen kunnen we net achter hem langs: 8 kabels, dichtbij met dit weer maar genoeg. In de regen & schuimgordijnen zien we hem in vaag grijs traag voorbijglijden. Mopperend schuif ik weer onder de klamme slaapzak. Je zeilt voor je lol.

Schotland; ‘Mooren’ in een baaitje pal voor een ‘highlands’ distilleerderij. De eerste echte mist (!).  Weekje Caledonian canal met veel enthousiast gezwaai tussen Toos en wandelaars op groene weiden. Ankeren op Loch Ness, zonder Nessie, de beste marketingtruck ever, maar met zicht op sneeuwplekken op Ben Nevis. Alle kroegen live muziek.
Echt lekker genietend weg uit Inverness. Aan het einde van de baai probeert een echt veeuuuls te dikke dolfijn ons met herhaaldelijk uitgevoerde speciale Bommetje Met Schroef nat te spatten. Voel je gelijk gelukkig, leven is mooi!

Weersverwachting is beetje ruig, moeten we nu onderhand aankunnen. Nou het eerste zal wel kloppen, het tweede gaan we zien. Winddraaiverwachting van zuid naar west en stevig, maar hoog aan de wind lijkt Lowestoft net haalbaar, handig voor het strak te plannen aankomstfeestje IJmuiden.
Na Bommetjedolfijn trekt het inderdaad stevig aan. Grappig, je kijkt na ruim 2 jaar toch anders aan tegen afstanden en wind. Kleine 500 mijl 25 knopen tegen, 3 nachtjes, no problem. Golven daar gaat het om en…. da’s nou net beetje lastig op onze vertrouwde Noordzee. ‘BAFbaf’, ik hoor aan de baf na de BAF (=steile golf) dat het anker met een paar centimeter speling tegen de ankerrol ramt. Hmm prettig dat we in stevig aluminium zitten. Weg mooie oceaandeining, weg rustig rijzen en dalen, weg rustig wegduiken voor de spray als je de golf van ver ziet aankomen, weg ruimte. Dit is wastobbezeilen! Matsya als brandingrotsje. Ondiep! Onze eigen zee blijkt na Doggersbank bovendien een stad van boorplatforms -waar de stoere oliebonken op torens naar elkaar ‘joehoe’ kunnen roepen en zwaaien-, windfarms en snelwegen met tankerfiles waar onze Mats als een soort van zwerkbal tussendoor kaatst. 25 knopen wordt 35, in vlagen meer. Meer koffie, wakker blijven.

J6A komt langs. Zat ooit pappaToos op, traantjes in de toch al vrij natte omgeving. De winddraaiing zet gelukkig toch beetje door: Borkum wordt Terschelling/Vlieland, Texel/Den Helder en.. IJmuiden haalbaar! Lastig kiezen, Lowestoft maar 4 uurtjes minder. Nederland na 2,5 jaar om het kleine hoekje, IJmuiden per ongeluk weekje te vroeg. Bij het eerste daglicht zien we Hoogovensstoom. Vertrouwd rotland. Tsja, jullie wonen allemaal hier, vandaar thuis. Weer traantjes -volgens mijn broer werd ik emotioneel wrak-. We zijn er weer!

Rolf, IJmuiden eind augustus 2018

 

Troubles; het ontstaan van haat

The Crown, Belfasts historische kroeg. Vanaf de eerste verdieping achter een in vet verzopen lambsrack -wel met uitstekende Malbec- kijken we uit op het Europa Hotel aan de overkant. Koploper in bomaanslagen: 30….! Snap je niet als je door het centrum wandelt. Lijkt eigenlijk nog het meest op het centrum van een gemiddelde Amerikaanse stad, nieuwe en oude hoogbouw door elkaar met een pompeus stadhuis in het midden. Ziet er voor Ulster redelijk welvarend uit, pumps op weg naar kantoor, pakken doorlopend aan het bellen, toeristen in ‘sightseeingbussen’ met open dak.

Ben eigenlijk op zoek naar recente geschiedenis. Journaalbeelden in mijn geheugen van 40 jaar geleden. Oranjemarsen, schietpartijen, gewelddadige demonstraties, militairen, branden, IRA bivakmutsen. Lijkt nu allemaal voorbij. Gelukkig.
Maar ja, We zijn er nu. Matsya ligt hier vlakbij in de haven. We kiezen een oude roestige gedeukte taxi met chauffeur van over de zestig. Chris rijdt ons naar de plekken waar het allemaal speelde.

Direct naast het welvarende stadshart zien we idioot hoge muren en hekken met grote metalen poorten. Die poorten gaan nog iedere avond om 19.00 uur hermetisch dicht. Zit je in je wijkje opgesloten. Voor alle veiligheid en eigen bestwil. ‘s Nachts verandert Belfast. We rijden door armoedige woonwijken uit de journaalbeelden. Vuil, brandgaten, hekken van meer dan 10 meter hoog met gemeen prikkeldraad, huizenhoge kooien over achtertuintjes die molotovcocktails en ander geweld tegen moeten houden, een kerk waar diensten door ex-moordenaars geleid worden, gedenkgraffiti voor de held die 17 mensen van hun fietsje knalde -inclusief een vrouw die medicijnen rondbracht- . Het speelt nog steeds. Protestanten en katholieken staan elkaar nog steeds naar het leven. Ook nu nog willen ze elkaar dood. Waar komt die haat vandaan?

In 1690 besloot Willem van Oranje -onze Willem maar ook de Engelse koning- de Ierse zee over te steken en in het Noorden een stukje Engeland te starten. Protestant in katholiek Ierland.
Protestantse straten in Belfast zijn nog altijd gepavoiseerd met duizenden Engelse vlaggetjes. Lijkt wel cupfinale. Willems overwinning vieren ze nog steeds met overgave. Ze houden er jaarlijks meer dan 1000 ‘oranjemarsen’ vermeldt Chris en mompelt tussendoor dat het beter is niet uit de taxi te stappen omdat ze weten dat hij katholiek taxichauffeur is. De geloven hebben hier hun eigen taxi’s.
Chris zegt dat in deze wijk de laffe honden wonen die, vroeger beschermd door Engelse militairen en nu door Russische maffia, ‘volunteers’ vermoordden en vermoorden. Volunteers betekent IRA en IRA aanhangsel. Het is opeens erg duidelijk waar Chris staat. Hij begint ons na een klein uurtje te vertrouwen en geeft steeds makkelijker voor de vuist weg trieste en gedetailleerde voorbeelden van uitgevoerde acties…

Aan de andere -katholieke- kant van de muur zien we huizenhoge muurschilderingen van gebivakte helden met snipergeweer. Wij -?- pakten het vechten beter aan zegt Chris, beter getraind, grotere aanslagen, geen gepriegel, meer slachtoffers. Warriors. Helden van de stam. In alle huizen liggen nog steeds wapens.
Hier mogen we de taxi uit en even rondlopen. Hoe woon je hier prettig? Ook een zware kooi over je hele tuin en opgesloten in je wijk. Toch worden ook hier huizen verkocht en gekocht. Er is vraag. Door en aan katholieken dus. Iedereen kent elkaar, stoeltjes in de voortuin, kroegjes met vuil kijkende campingsmokings met peuk en pot hangend in de deuropening. Ik denk aan ‘het Ondiep’ in Utreg van vroeger, maar dan veel rauwer. Hier geen gelach. Sociale controle moet hier enorm zijn. Katholieken en protestanten hebben veel gemeen.

Wat denkt Chris van het politieke plan om alle muren in 2023 te slopen? ‘Not happening’ zegt íe. Kan niet. Morgen laait het vuur zo weer op tot uitslaande brand. Niks voor nodig. Ik geloof hem. Het opleidingsniveau lijkt bijzonder laag. In je wijk geven buren en de muren veiligheid. Aandacht voor de andere kant van het verhaal leidt daar direct tot tenminste geschreeuw. Je identiteit kies je zelf maar hier wel heel sterk ‘geholpen’ door de buren.
Zonder de muren kan het hier niet meer. Heel triest. De muren leidden en leiden tot scheiding, versterking van de eigen stam, afzetten tegen de andere stam, een sterke eigen groepsidentiteit met eigen regels en verboden. Nieuwe generaties worden in die identiteit en opgevoed. Steeds nieuwe warriors. Met de muren kom je er dus ook niet uit. Wat denk ik nu? Wat dan wel?

Ik zie in deze wijken geen gestudeerde politicipraters met een schijn van kans rondlopen. Meer voor nodig om dit op te lossen. Absoluut geen wil tot onderling begrip. Hoe los je een stammenoorlog op die meer dan 300 jaar geleden startte?

Rolf, Belfast augustus 2018

 

Spek is goed!

Voor het eerst in 2 jaar wurm ik me in het nieuwe dikke 5 millimeterduikpak. Hiervoor was een T-shirtje altijd genoeg om het onderwaterschip schoon te krabben. Nu lijkt het water hier in Crosshaven me daarvoor veuls te koud.

Ierland, speciaal naartoe gevaren om weer te wennen aan regen en wind. Not dus, … snikheet…. Roodharige roodverbrande paddy’s zitten op terrasjes voor hun pub (Gerald onze Ierse buurman zegt ‘pobb’) te roepen dat het in 42 jaar niet zo warm was. Lijkt fijn voor de exCariebzeiler maar heeft ook nadelen: veel zon en warmer water in combi met vers stromend water -we liggen op de getijdenrivier- zorgen voor een werkelijke ongelooflijk snelle aangroei onder de boot. Aan sommige boten waaien hele struiken van bijna een meter lang in de stroom. De ýaaghhtclubhavenjongens snijden die aangroei met brede plamuurmessen aan bezemstelen wekelijks van de steigers zodat je met je bootje überhaupt nog aan het piertje kan komen. Als ik hen vraag of die aangroeiboten daar al lang liggen zeggen ze ‘only two weeks’.

Nou Matsya ligt hier dus nu al ruim drie weken. Moet maar eens kijken. Het 5 millimeterpak krijg ik zelf niet meer dicht. Toos trekt het ritsje omhoog waarna ik even een nieuwe ademhalingsbeleving ervaar… beetje aangekomen denk ik. Misschien de fantastische pobb verbonden in de jachtclub? Je rolt er zo vanaf je bootje in…. Als ik het koude modderwater in spring; geen water meer tussen duikpak en mijn eigen vetlaagje, de kou valt mee. Voordeelspek.

Onder de boot blijkt het sinds het heldere oceaanwater opeens verassend modderig donker. Zie geen steek, hooguit 8 centimeter zicht. Bovendien stroomt het flink, moet me stevig vastgrijpen aan het roer om sowieso bij de schroef te komen. Schroef? Waar? Op de plek waar die zou moeten zitten zit nu een basketbal van mosselen. Kan het restaurant een week mee vooruit. Mijn prachtige bootje blijkt besloten te hebben in Ierland aan de rivierbodem vast te groeien om hier voor altijd te blijven. Nou zijn Ieren met afstand de meest aardige mensen, is het eiland prachtig en bezaaid met geweldig gezellige pobbs, maar dat is toch niet de bedoeling. Wil weer naar mamma toe, dus die basketbal en de andere mosselbanken aan de kiel moeten er echt af. Maar ja hoe? Duiken is leuk, maar wel in lekker warm water met goed zicht zonder stroming die je onder steigertjes duwt. Bovendien waarschuwde de havenmeester ons voor bijtende zeerobben. Niet mijn ding, ronduit eng.

De volgende middag lost de lokale ondernemende boer en grootverdiener van Crosshaven het probleem gelukkig op. Ook speklaagje en strak in het rubber, MAAR voorzien van zuignappen die glazenzetters gebruiken om grote etalageruiten te vervangen! Prachtig voorbeeld van creatief denken, ondernemen en centjes verdienen. Hij zuigt zich aan de kiel vast en krabt zo zonder wegdrijfgevaar. Er liggen veel zeiljachten in Crosshaven. Brian rijdt Jaguar, splinternieuw model.

Die avond zien we een werkelijk enorme zeerob -denk wel 3 meter- rustig haar sundowner in de haven nemen. Visje pakken, buikje omhoog en zonnetje voelen, beetje rondloeren naar prettig te bijten aangroeikrabbers onder hun bootje. Volledig ‘at ease’ dobbert zij vlak langs boten en steigers. Duidelijk ook niet ondervoed of onderkoeld. Spek is prachtig!

Rolf, Pobb Dún Laoghaire, juli 2018

 

 

“The pond 3”: Rusthuis Acores

Horta. Matsya ligt na enig verplaatswerk stevig aan de pier, Turkse buren weg. Hoogbegaafdwarrige Renato met vrij domme Winch (hond) op Synergy varend zijn onze nieuwe buren. Rusthuis Acores begint! Hier blijkt werkelijk niets of niemand gestresst. Geweldige restaurantjes voor habbekrats. Wandelweertje afwisselend droog of nat maar niet te nat. Pluiswolkjes met zon ertussen. Temperatuur altijd lekker. Autootjes nooit te hard en stoppen voor de oversteker. Iedereen zegt elkaar vriendelijk gedag (zeilers opgelucht dat ze het gehaald hebben).

Groene natuur met  mooie rotsen en helder water! Top. Het enige wat lawaai maakt is PetersSportCafe’s vrijdagavond muziekavond, maar ook daar heb je zin in (clegazeilers: Matsya’s T-shirt boven de bardoorgang!). Valt geen onvertogen woord. Ik merk dat ik als pre-bejaarde na een paar dagen makelaarsadvertenties langsloop en aan baai en strand gelegen bouwvallen met interesse bekijk…… mmmm…  geen goed teken, tijd om op te hoepelen.

Dit overpeinzend toetert een wonderlijke vogel, met nu ongebruikelijk lang jaren-60-haar, me uit de kuip. Sean. Na enig verwarrend heen en weer gepraat blijkt’ie een radioshow te hosten en ons daarin te willen interviewen. Een volgend etentje dient als voorbereiding. Erg gezellig. Prima wijn. We kunnen het gelijk goed met elkaar vinden. Maar wat er feitelijk gaat gebeuren blijft mij volstrekt onduidelijk. Sean blijkt de laatste hippiepiraat en een geweldige verhalenverteller. Het lukt me als toch redelijk geoefende gespreksbijstuurder niet méér over de show te weten te komen. Mijn nieuwste vriend houdt van l’improviste. Het gevolg is dat Toos het uur van haar leven heeft! Life op de radio ontpopt mijn diva zich als showbizznatural: http://www.azorestradewinds.com/azores-tradewinds-radio-show-may-17th/. Host, co-hosts en Toos babbelen ‘witty’, ad-rem in hoog tempo over reis en andere dingen. Met grote moeite krijg ik er twee zinnen uit. Goed dat ik dat carrièrepad niet ben ingeslagen. Niet extravert genoeg. Clegahosts zeggen natuurlijk dat ook ik het goed deed. Zo zien je maar wat een evaluatieve happynessrating oplevert……

Weer thuis berichten Renato en Winch ons dat de volgende dag de ARCkudde haven en terrasje vol gaat leggen. Betekent meestal dat alle éénbootszwervers in paniek het hazenpad kiezen. Sao Miguel en Terceira en nieuwe makelaarsadvertenties volgen. Weer prachtige stadjes met cobblestonestraatjes, bijna geen lichtreclames en kleine ‘winkeltjesvanalles’. Maar nu spannender!

Toos is even een drankje halen. BAMMM. Belangstellend kijk ik naar de waarschuwingsvuurpijl boven de menigte. Gek, iedereen zit op een balkonnetje of muurtje. Er lopen vooral jonge jongens op gympen op het plein en een paar boerse heren met zware snorren, een fors gewicht en een lang touw. En ik dus… BAMM BENG. Er gaat een rumoer met gelach door de menigte. Het touw spant snaarstrak, de gewichtige snorren tuimelen er met grote snelheid achteraan. Hebbik weer.. even niet opgelet… de stier is los. Gympen zijn nu van groot belang. Rustig blijven. Een echte heer rent niet op sandalen als er tweeduizend man/vrouw kijken. Secondenwerk nu. Nadat ik op die manier heel beheerst met 60km/pu een 2-meter hoge muur op spring kan het spel beginnen. Mooi feestje! Je ziet goed het verschil tussen moedige en minder moedige, handige en minder handige jongens als de stier aanvalt. Er vloeit geen bloed. Stiertje mag flink oefenen maar blijft ongedeerd. Meisjes kunnen op hun gemak hun vriendje bewonderen of hun volgende vriendje uitzoeken. En .. ik liep er!!! Weliswaar beetje per ongeluk, maar toch. Biertje en diva voor deze avond verdiend.

Rolf, Angra do Heroísmo, juni 2018

“The pond 2”: Varen met vrouwen

Lundimorgen, bunkeren, zee op. Vertrekkersstress valt direct weg als
ik ruimte, water en lucht om me heen zie. Jet blijkt een uitstekend
meedenkend weer- en zeilmaatje. We verwachten een klein weekje hoog aan de wind over bakboord te varen. Dus je huisvloeren lopen onder een hoek van 30 graden. Tim denkt dat dit op termijn zal leiden tot een soort zijwaardse ‘krabbenloop’ waar we niet meer vanaf komen. Inderdaad ga je alles zijwaards doen als je er op let, grappig!
Ondertussen komen Story en Privé op tafel en wordt het Engelse
koningshuis besproken. Nooit eerder op Matsya gebeurd! Loop het liefst in een IKWillemNiet Thirt. Moeten we morgen maar eens bespreken op de dagelijkse Irritatievergadering (ook nog nooit op Matsya gebeurd). Wel oppassen voor mij natuurlijk. Doseren. Besluit de door de boot slingerende punnikspulletjes en mooie touwtjes maar niet op de agenda te zetten.

Tegen donker lijken we net niet langs La Desirade te komen, geen zin
meer in extra slag, stroom tegen. Motor aan, later fors aan. Net voor
donker weer diep water zonder visboeien en ruimte. Motor uit. Motorkamercheck.  Oliespatten?……. onmogelijk, Benz/MTU diesel, nooit probleem mee gehad. Maar ja nu, vlak voor een oversteek van minstens 16 en misschien 20 dagen…. kan je niet mee doorvaren.
We bellen met huismechanic Siep die ook ‘s nachts opneemt en een extra test aanraadt. Bij foute boel kunnen we Antigua aanlopen. Ik maak alles schoon en start opnieuw. Na een uurtje blijkt er niets te zien. Raadselcombi techno-met keuzestress. Ondertussen trekt de wind aan en loopt Matsya als een trein ‘s nachts Antigua voorbij (afremmen = tegen mijn zeilersnatuur, terugvaren ook). ‘s Ochtends een 2e wat stevigere test. Siep raadt mij aan een slokje te drinken: olie smaakloos, koelvloeistof erg vies. Kreeg in de nacht ook nog een ingeving: wat als ik bij het navullen van de koelvloeistof op de warmetwisselaar morste? Dat lekspul komt dan later uit duizend kleine gootjes die precies boven de V-snaren lopen. Die V-snaren slingeren alles lekker ruim in de rondte en dat kan op oliespatjes lijken! De 2e test geeft uitsluitsel: het natte randje op de wisselaar droogt op en smaakt smerig. Olie droogt niet op. Algemene scheepsraad: We varen door! Vrouwen! Deze bij mij aan boord zijn niet bang, begrijpen en volgen de technische escapades in de motorgrot en de analyse. Top. Heb zomaar het idee dat een mannencrew meer zou aarzelen. Matsya heeft stoere vrouwen aan boord.

Dat laatste idee versterkt zich als Jet na een paar dagen krabbenvaren
een stevige spuitpluim niet ver achter de boot ontwaart. Daaronder
blijkt een enorm grijszwart lijf te zitten wat uiteindelijk op een bootlengte schuin achter ons blijft zwemmen. Die bootlengte is ongeveer net zo veel als de lengte van de walvis, erg groot zo dichtbij. Bij Matsya’s vrouwen geen spoortje van bezorgdheid. Bij mij wel. Ik ken een youtubefilmpje waarop een potvis zich op een zeilboot stort, misschien per ongeluk, maar toch, en deze is echt groot. Ik heb liever niet dat íe met mijn bootje aanminnig wordt. Onder uitroepen van “wat lief” en “hij doet echt niks hoor” varen we gemoedelijk een paar uur zij aan zij. Walvis zoekt blijkbaar gezelschap. Later op de Azoren horen we dat het vermoedelijk een oude verstoten stier was en lees ik te laat het advies voor alle veiligheid de motor te starten maar vooral geen onverwachte toerentalveranderingen te maken omdat dit soort types daarop inderdaad narrig kunnen reageren……… Avontuurlijke vrouwen zijn niet bang!

De dagen rijgen zich aaneen. Ben zelf niet gemaakt voor stukken langer
dan een week. Wil haventje in. Dat is hier dus helaas niet. Jet, Tim
en Toos darentegen komen óp gang. Nachtwachten worden babbelend sterrenkijkend doorgebracht, slingers opgehangen, sterretjes op koningsdag (!) afgestoken, het zelf ontwikkelde raadselboek doorgewerkt, spelletjes in de kuip, koekhappen, muziekfestivalplaylist, zeer uitgebreide lunches afgetopt met spa-gezichtsmaskermiddagen. Matsya’s vrouwen hebben helemaal geen zin in het einde van deze oversteek. Griepend over de onafzienbare tochtlengte kom ik mijn wachtjes door op drop en speculaasjes. Na een week blijken die voor mijn eigen ‘bestwil’ verstopt en verslechtert de situatie dus dramatisch. Ook nachtelijk zoektochten onder donkere banken leveren niks op. Uiteindelijk krijgt mijn wachtmaat Tim medelijden en geeft me gedoseert specurantsoen als ik aardig ben en praat…..

Het Azorenhoog blijkt trouwens echt te bestaan en is groot! De wind
neemt sterk af, de vaart gaat er uit. Nog een beetje met het niet
werkelijke oliegedoe in mijn hoofd (zo zie je maar, ons brein reageert vooral op ‘ge-primede’ signalen en minder op de feitelijke situatie) lijkt het een goed moment de door ons zelden gebruikte gennaker te voorschijn te halen om die onder leiding van Jet (gennakerracespecialist) te proberen. Zelf altijd bang voor geweest. Het monster is 220 vierkante meter en maait je bij een klein foutje zo van het dek. Maar nu, met 2000+ mijl correctieruimte naar alle kanten is de situatie ernaar. Nu niet hijsen is voor eeuwig verslagen en moet ik het ding na de reis verkopen. Die dag doorlopen we Jet’s gennakerworkhop succesvol. De vrouwen blijken daarbij een stuk minder gestrest dan dit schippertje. Gennaker dus niet meer te koop dankzij vrouwen aan boord.

Ik rond af met de gebruikelijke spijkhardeharde tochtStats: Vrouwen
maakten tot op het uur na exact 16 dagen in Horta vast. Cornells point
honderden mijlen te Noordelijk gepasseerd. Dagelijks weersituatie op kaart getekend door Tim. Eén ministormpje met 35+ knopen wind op de kop. Vlag nu geheel aan flarden. Door Jet meegenomen ‘Psychologie op zee’ ter zelfbescherming direct uitgelezen. Iedere nacht yoga op zee door Tim. 1 gesprek met voorbijvarende Duitse (wat are you thinking echt waar!) stuurman die vroeg waar we gingen schuilen bij slecht
weer……. gevaren heeeeel veeel mijlen met gemiddeld ongeveer 170
mijl per etmaal, dus mooi snelle oversteek, wel dik 110 uur (660 mijl) motorgeronk. 1 walvis, 8 dolfijnen, 1 Mahimahi, door Toos (vrouw) gevangen, gefileert en voor het ontbijt klaargemaakt. Koekhappen verloren door Rolf (man). Alle spelletjes gewonnen door vrouw. Bij aankomst Was er ook direct Champagne. 1 fles. Daarna in de avond bij cafe Peter Sport 896 bier.

Rolf, Horta, mei 2018

 

“The pond 1”: Vertreksteiger

De wasmachine- en drogerruimte in Point a Pitre is lawaaig. De fransman en ik leggen het eerste contact met vriendelijke knikjes en lachjes. Frans in de herrie, altijd lastig. Buiten stel ik hem de gebruikelijke vraag in mijn fonetische frans: é votre plan? Lundi zegt íe. Het is mij duidelijk dat de man dan zijn oversteek start. Zijn we hier allemaal mee bezig. “Wat is de ideale startdag voor het stuk terug, door de Engelsen over The Pond genoemd?”. Je kan hooguit een week vooruitkijken en we zitten volgens de pilot nog te vroeg in het seizoen. Van de US eastcoast komen deze maand nog stevige depressies onderweg graag roet in je eten gooien. Wil je niet, ook een 60 voeter blijkt dan heel klein.

Sfeer op onze verstreksteiger; aangename spanning voelbaar, veel geloop en onderling gepraat, gesjouw met karretjes ruim gevuld met ongelooflijke hoeveelheden boodschappen en andere voorraden, olieverversen, filters wisselen, bootshops aflopen, locale technische mannetjes lopen af en aan voor de laatste reparaties en last minute bootverbeteringen, in masten hangen andere mannetjes (vaak vrouwen trouwens) verstaging te checken, Duitsers maken s’nachts enorme ruzie, prachtige yogabuurvouw op het dek aan het oefenen, jonge afgetrainde spierbundels van plan solo in een soort opgevoerde Laser de oceaan over te vliegen (ter voorbereiding scherpe analysemakend van yogabuurvrouw) en wij: de schippertjes die voortdurend wolkenpatronen proberen te ontcijferen (niet de yogabuurvrouw natuurlijk).

Dat laatste (de wolkanalyse) is overigens volledig zinloos. Op de steiger zie je echt niet wat er op zee over een week aan de hand is. Denk dat het komt door de Vertrekkerstress die ik ook bij mij zelf ontwaar. Deze oversteek in deze periode kan veel lastiger verlopen dan de ´bos stro´ route heen.
Keuzestress over de alternatieven: (1) over Bermuda zoals de ouden dat deden; altijd prima windje, heel erg ver om, grote kans op extra bermudawachtligdagen om achter een goed frontje aan te kunnen zeilen; (2) direct op de Azoren zoals de profs op de charterboten dat nu doen; veel korter (maar altijd nog lang), meer kans op windstiltes dwars door het Azoren hoog, of als je pech hebt heel veel wind op de kop aan begin en einde. Onder het motto ‘een dag motor is een dag zonder storm’ kiezen we voor 2.

Hij gaat op Lundi dus, moet ik over nadenken. De fransman komt me ervaren over, wil in 1 keer het idioot lange stuk naar La Rochelle op een indrukwekkende 50 voets racer. Daarop zie ik hem dagelijks vlak voor een enorm beeldscherm met weerprogramma’s zitten. Urenlang. Weet vast waaríe het over heeft, dagelijks even met hem aanpappen onder “enocore Lundi? gemompel is vanaf nu het devies. Dat doe ik dus maar trouw, terwijl Jet, Tim en Toos in een huurautootje een bijzondere hoeveelheid boodschappen aanvoeren. Lundi, inderdaad, lijkt gunstig, ook voor ons.
Eerste week niet teveel wind, kunnen we we dus tegenin zeilen. Zo veel mogelijk ‘oost pakken’, proberen onder Cornell’s point (30N/40W) uit te komen om troepweer te vermijden (overigens niet gelukt) en daarna Noord. We maken Samedi en Dimanche alles gereed, zijn er klaar voor! De grabbag zit vol, de panieklijst met rolverdeling hangt naast het luik. We gaan. Lundi dus.

Dimancheavond loop ik nog ff langs mijn favorite Fransman: “Encore Lundi?”. “NONNONNON! nous partons Mardi!” GRRRR…… wat weet hij wat ik niet weet?

Rolf, Point a Pitre, april 2018

 

Slapstick en zeilersporno

Aanvaren al geeft een bijzonder gevoel: het water voelt hier rijk aan! Na
maanden donkerblauw diep water zeilen we een soort lichte groenblauwturquoise spa met precies de goede temperatuur binnen. Na de aanvankelijke schrik “Hier maar 10 meter diep!” wil je er eigenlijk direct inspringen. Spierwitte stranden, rotspunten met enorme geweldig mooie landhuizen, prachtige idyllische ankerplekken: Antigua, eiland der supersuperyachties.

Binnenkomen blijkt overigs nog knap lastig. We parkeren Matsya met officiële quarantainevlag pal, met het anker bijna door de ruitjes, voor een klein huisje met 3 deuren naast elkaar: customs (1), immigration (2) en port authority (3).

Toos mag niet van boord, dus deze ‘captain’ brengt persoonlijk de volgende 2 uur door met het voortdurend achtereenvolgens heen en weer binnenstappen van de eerste 2 deuren. Daarachter bevinden zich: (1) de heer customsofficer; heel aardig, minstens 160 kilo, voorzien van drie niet werkende en niet met elkaar communicerende computers die mij vervolgens zeer scherpzinnig wijst op een niet geheel kloppend nummer in mijn papierenberg maar dat wel grinnikend oplost (altijd aan het lachen maken als het moeilijk wordt); (2) de groothertog immigrationofficer (minstens 180 kilo, met magnetron voor zich op zijn bureau); die mij niet toestaat hem direct aan te spreken. Dat moet via een vrouw ondergeschikte die mijn informatie weer met een hogere vrouw ondergeschikte deelt, die het vervolgens officieel aan de baas meedeelt, die daarop antwoord, waarop zij het weer doorgeeft en ik het weer hoor van mijn eigen zeer laagrangige aanspreekpet….. Let op: dit alles in een kamertje van hooguit 2×2 met hoge balie, magnetron en enorm opwekkende eetlucht. Niks aan het lachen te maken hier! Ernstige zaak. Mijn nummers kloppen niet volgens deur 2! Moet deur 1 oplossen die zegt dat het al opgelost is, wat niet geaccepteerd wordt door deur 2.……. Slapstick met toenemende trek in mijn bureaucratisch antropologisch onderzoek. Ik mag uiteindelijk met nu tot de draad versleten zolen en de slappe lach door naar deur 3 nadat ik officieel met 8 handtekeningen verklaar dat de boot met de vrouw erop die bijna in hun kantoortje ligt van mij is. Deur 3 blijkt leeg….. wel zie ik op het terrasje ervoor een geüniformeerde punnikende vrouw (55 kilo) die voor mij een onduidelijke lijst (onderteken ik blind) invult en mij na betaling van enkele dollars schaterlachend vrijlaat.

Maar dan mogen we ook het paradijs binnen! En echt; je kan hier ook beter rijk zijn! Het water op de havenfactuur is er namelijk helemaal niet, komt morgen of overmorgen of volgende maand. We vullen Matsya’s bunkers dus met 856 liter mineraalwater! Middagje sjouwen maar dan heb je ook wat: heerlijk, douchen en afwassen met mineraalwater. Volgende keer bunkeren we absoluut witte wijn om ‘in te blenden‘, moet nog beter zijn!

Ankerplekken & haventjes: zeilersporno! Na enkele minuten herformuleren we het begrip groot jacht. We geloven onze ogen niet (google maar): Endeavour, Velsheda, M5, Athena, Elfje, Rainbow, Rambler en minstens 5 andere klassieke J classes op een rij (motorjachten neem ik principieel niet mee maar hebben hier minstens 18 man crew). Als we Matsya even langs M5 (soepel gespierde trainende bokser op het achterdek) varen blijkt onze mast net tot de 1e van de 5 zalingen te komen….. We varen al jaren ukkepuk! Al op de eerste wandeling nodigt een onverlaatrijkaard Toos uit om even ‘in de boot’ te kijken als deze captain bij een andere zeilferrari even niet oplettend wegzwijmelt. Contrast met verwoest simpel Dominca vlakbij kan niet groter zijn. Voel weer socialisme bovenkomen….
Enfin, wandelingetje. We gaan Eric Claptons huis maar ’es opzoeke…

Antigua, Falmouth Harbour, maart 2018

Blijmoedig aanpakken en opnieuw beginnen

We zien het verschil al vanaf zee. Dominica; vorig jaar nog het mooiste groenste eiland heeft nu grote kale plekken. Hele regenwouden bestaan uit kale stammen. Prachtig nieuwe skipistes op de steile bergen geven deze wintersporter aanvankelijk hoop, maar die pistes blijken bij goed kijken aangelegd door Maria; het zijn hard geworden modderstromen.

Het anker plonst er in maar houdt deze keer verassend niet. De baai ligt vol dakplaten waarop onze Spade lekker sleetjerijdt. Als Matsya uiteindelijk voor het strand vast grijpt zien we vanaf het voordek dat de gezellige ‘shed’restaurantjes, terrasjes en huisjes in een soort oneindige
vuilnishoop veranderden. Kapot of weg. Een kale betonnen plaat met twee wrakke stoeltjes geeft aan waar je ooit gezellig kon sundowneren. Een paar locals zitten op die stoeltjes en kijken ons aan. Vriendelijk. Blij met ramptoeristen?

De wandeling door het stadje en latere rondrit over het eiland maken stil. Zo moet een oorlogsgebied er uit zien. Overal waar je kijkt puin. Meerderheid van daken en bovenverdiepingen weg. Torenspits en kerkdak ingestort. Het in de rivierbedding neergezette Chinese wegenbouwbedrijf met Chinezen en al in zee gespoeld (!). Onbeschadigde auto’s zijn er niet. Het regent hier veel en hard. Autorijden zonder ruiten, maar wel met ruitenwisser, nu een vast rijexamenonderdeel. Telefoonpalen en hoogspanningsdraden hangen en liggen nog maanden na de ‘direct hit‘ over en op de weg. Maria ontwikkelde zich binnen een dag van categorie 1 naar categorie 5. Meer dan 200 knopen wind uit alle richtingen. Om 6 uur gingen
in Rousseau/Scottshead in het zuiden de eerste daken er af, om 12 uur in Portsmouth in het noorden. Oorverdovend lawaai. Vliegende scheepscontainers. Modder metershoog in huis. Als mens kansloos in dat geweld. We lopen door een netjes geveegd woonstraatje langs puinhopen, ingestorte huizen en autowrakken. De bewoners vegen hun straat, zoeken bruikbaar materiaal uit de ravage en groeten ons. Vriendelijk lachend. We voelen ons welkom.

Ze gaan hier armer worden. Veel inkomstgenererende activiteiten zijn verwoest. De zondagse ‘yaahhties’ BBQ vereist een werkende barbecue. Voor ‘hiken‘ heb je een trail nodig anders is het hier op die steile hellingen in de hitte link. Paarden hebben paden nodig om met toeristen op hun rug te lopen. Zitten in boilinglake en hotspring is lastig als die met modder en stenen gevuld zijn. Boaties willen prima in een gedeukt taxibusje maar wel graag met 4 ipv 3 wielen en liefst ramen om de enorme buien buiten te houden. Boatboys die al die ‘activities’ graag voor een habbekrats regelen hebben een bootje nodig om je dat uit te kunnen leggen. Dat is allemaal stuk en moet weer opgebouwd, leeggeschept, weggezaagd, uitgedeukt, gerepareerd, dichtgetimmerd en in elkaar gezet. Meest met de hand, zonder graafmachine, kraan, timmerhout, garageapparatuur of industrielaarzen. Jarenlang stenen weggraven op teenslippertjes. Kijken ze hier blijmoedig grappen makend tegenaan en ook nog met vriendelijke echte aandacht en interesse voor de ramptoerist. “How can I help you?” vragen ze al schoonmakend aan ons!

De eilanders maken dit eiland uniek, leefbaar en prettig. Beginnen, ausdauer, creativiteit, ondernemingszin en als community goed in de gaten houden hoe het werkt. Weinig zeurende crackheads en rastasmokers op straat. Ze hebben hier duidelijk met elkaar afgesproken niet bij de pakken neer te zitten, blijmoedig de bende opnieuw op te ruimen (Maria had meerdere
voorgangers) en ondertussen ook nog aardig tegen die luxe wegzeilers te doen (ervaring?). De puinhoop maakt triest, de mensen op die puinhoop maken je vrolijk. “Yes, lost my home but still have my life, friends and family, I‘m doing fine”, zeggen 9 van de 10 die je hier spreekt. Plaats die uitspraak nou ’es in Groningen, Amsterdam, ’t Gooi of Heerhugowaard……

Enfin, we liggen hier een weekje verwaaid. Toos klust mee met de manegeherbouw, ik trek richting Venezuela afdrijvende boatboys met kapotte buitenboordmotoren van zee, doneer wat lijnen en ding maar niet meer af op de groentemarkt.

St Ruperts Bay, Dominica, februari 2018

 

Bougie explosive

Pas Possible! Oui! Non! Jamais! Bien sure……. Het is nog net geen slaan als het korte brede Franse mannetje met zijn vethanden tussen de motoronderdelen, half afgemaakte, gesloopte, carburateurs, cilinderkoppen en buitenboordmotorstaartstukken vandaan komt en op me afstapt. Voor menes!

Al maandenlang lopen we allerlei bootshops, garages, onderdelenbergplaatsen, sloperijtjes en winkeltjes af. Op zoek. Onze Paramaribose Enduro stelt ons nooit teleur maar de onderste cilinder had al wel tweemaal een nieuwe bougie nodig. Die vervang je dus. Simpel. Na enig zeurwerk verkocht de verkoopster met brede Surinaamse lach me twee reserves, die draaide ze uit het overgebleven model in de etalage! Meer in heel Suriname niet leverbaar! à hamsterbehoefte.

Ons motortje is populair in de Carieb. We zien het achter andere bootjes veel, heeeeel veeel voorbij komen. Allemaal perfect draaiend. Allemaal met perfecte bougies dus. Alleen die van ons geeft na een tijdje de geest. Onze onderste bougie dus.

Daarom stopte ik een gebruikte in de wandelrugzak. Gemakkelijk, hoef je geen ingewikkelde codes te onthouden, kan je gewoon aan de deskundigen laten zien en vragen om een nieuwe! Dus ook aan korte brede Franse monteurs in hun priegelwerkplaatje tussen hun motoronderdelen en olieblikken.

Deze is heel beslist: kan niet bestaat niet, is van andere motor. Suriname is toch ergens in zuid Amerika naast Venezuela….. zijn blik en toon maken me duidelijk dat deze sukkel er stevig tussen genomen is. Hij heeft trouwens zelf net zo’n motortje en wisselde in 10 jaar 1x de bougies……Zucht.  Ik leg nogmaals, nu iets harder uit dat het een splinternieuw motortje betreft, wat ik persoonlijk aan boord heb gedragen, waarvan ik persoonlijk bougies wisselde en dat ik dus PERSOONLIJK DEZE BOUGIE en vervangen. Kan niet, bestaat niet…… zegt ie.

Nu is het genoeg! Ik loop rustig maar wel iets versneld naar de steiger met onze dingy en motortje, spring er doodkalm maar beheerst in en raas zware hekgolven trekkend door haven en ankergebied heel rustig plankgas naar de werkplaats, gooi de boel vast, trek hem onder zijn werkbank vandaan en duw hem richting dingy. … Tada! Toos trekt mijn oude T-shirt van het kapje, zie je wel, zelfde motortje, daar heb je niet van terug he, monteur van niks, geef maar toe dat ik de goede bougie heb….had….. Klepje eraf…bougies zichtbaar,andere bougies, heel duidelijk… Geen ontkennen aan.

Triomfantelijke blik… ahhh mesjeu, wie is hier nou de professional???  Jouw oude bougie kan nooit uit dit motortje komen, past niet, andere boring en draad……  Jouw rotbougie is een buitenmodelletje, voor een motortje wat bijna niet voorkomt, zeker hier niet. Tsja helaas te zien, valt met geen mogelijkheid te ontkennen. Past nooit. Hoe kan dat nou?

Flash back: toen ik Matsya meer dan 10 jaar gelden kocht vond ik in het handige reservelaatjessysteem achterin een toen nieuwe bougie. Altijd bewaard, je weet nooit. Die bougie stopte ik dus onnadenkend in de rugzak en met dat buitenmodelletje hebben we dus nu bijna een jaar stad en land afgelopen om te horen dat die bougie zelfs niet besteld kon worden….

Enigszins besmuikt vraag ik in mijn nu allerbestenetste Frans of hij mij alsjeblieft de goede kan leveren. Naturellement, Pas de probleme! Kan iedereen hier, ik ook! Schouderklappend lopen we naar zijn nu prachtige werkplaats waar er twee uit een doosje komen. On top of that legt ie me ook nog eens uit dat onze bougie steeds stuk gaat omdat we te snel van het gas afgaan waardoor de oplopende hekgolf de onderste bougie natmaakt. Als ik hem zeg dat ik dat aan mijn vrouw duidelijk ga maken lacht ie en maakt er een zjujagebaar bij. Mannenbroeders vinden altijd common ground.

Le Marin, Martinique, januari 2018

Over de berg

De zon is al aardig heet als het steile stuk begint. Babbelende Toos vraagt hoe het met mijn heup gaat en kondigt bemoedigend aan dat we zo bij de laatste bocht komen. Ik weet wel beter. Er komen er nog minstens 8 met hele steile stukken daartussen. Onvoldoende puf om dat te zeggen. Sowieso onvoldoende puf om aan het tweegesprek mee te doen. Op Madeira liep ik haar er nog makkelijk uit! Vrienden: dat veranderde dus het laatste jaartje.

Nu de 3e keer dat ze me op deze berg lokt. Steilste en hoogste wat ze hier op dit eilandje hebben. 1e keer precies een uur omhoog, 2e keer een uur en een kwartier (witte wijn bij lunch), nu -na ontbijtje-  50 minuten.  Niet slecht, vooral niet omdat we vannacht een paar heel stevige buien over ons heen kregen met alle gewaak en ge’mooring’check vandien. Na 3 uur geen oog meer dicht gedaan. Linker meniscus en heup mopperen.

Boven de beloning: 3e verplichte fotomomentje naast de oude ruïne met niks die ze hier de schoorsteen noemen. De 2e keer vonden we achter de schoorsteen een bosafdaling die ik toen niet aandurfde. Gewoon weer zelfde weggetje naar beneden genomen….. zat me toch niet lekker, toch beetje tsja…. opgegeven. Vroeger had ik die bosafdaling absoluut genomen! Ego.

Toos babbelt wat met Fransen in hun fotomomentje. Ik slenterdwaal als vanzelf richting bosafdaling. Het is nu goed weer! Heup en knie mopperen wel maar verders nog niks. Revanche op mijzelf lokt. Nu dan. Go! Op avontuur. We gaan. Ego.

Het eerste stuk wel wat lastig, lijkt wel kletteren! Zonder handen kom ik hier niet omlaag. Oppassen, hier vallen niet leuk. Hoogsteil, onbegaanbaar en de Franse cariebeilanders hebben vast onvoldoende ervaring met helikopter- of skibanaanreddingen. Op dat terrein moet ik met mijn gipservaringen hier de absolute autoriteit zijn. Gele verfstippen geven een soort van route aan. Als je ze tenminste kunt vinden! Maria’s oog kwam op deze berg op zichtafstand langs. Met 185 knopen wind. Veel bomen liggen dus op de rotsen over de route en ook over de gele stippen………..

Verdwalen maakt moei… Dit heeft niks met wandelen te maken. We klimmen en kruipen door een soort takkenmicado op een steile wand. Een ramp voor meniscus en heup. Mopperen gaat over in protest. Gelukkig moet Toos veel trainen voor haar volgende avontuur, dus daarom is zij diegene van ons die steeds alle kanten op moet om de volgende gele stip te vinden. Dan is het logisch en beter als ik even wacht bij de laatste stip. Voor de veiligheid he. Kan ik roepen dat ik ‘hier’ ben.

Zo achteraan klauterende realiseer ik me het hetzelfde gevoel te krijgen wat Freerk en ik ‘s winters krijgen als we achter Jan naar beneden rommelen. Kapot van de tocht op je tourvellen omhoog moet je ook nog eens ‘off piste’ door mudsneeuw omlaag. Voor ons een worstelpartij met pijnlijke egodeukmomenten terwijl Jan zonder inspanning met grote vaart gemakkelijk naar beneden ‘tjoept’.

Dat gevoel dus. Toos tjoept simpel van tak naar steen (ondertussen hagedisjes vriendelijk toesprekend). Ik worstel me mopperend zwaarmoedig door de takken over de puinberg. Zou toch na het eerste stuk makkelijker moeten worden! NOT. Steiler met meer omgewaaid groen. Wat doe ik hier als zeemens tussen al die rotsen en priktakken. Zeeavontuur? Egoprobleem? Dit gaat heeeeel lang duren……. Dat gevoel dus.

Tuurlijk; alles komt aan boord weer goed. Mits aan boord.

Lunchtijd lang voorbij als ik zuchtend op de kuipbank plof. Water, zeelucht, wind om me heen. Bomen bergen en hellingen op de kant. Goed zo. Biertje. Ben heel duidelijk over de berg geklommen.

Les Saintes, Terres de Haut, december 2017

« Older posts

© 2023 Matsya

Theme by Anders NorénUp ↑

WP2Social Auto Publish Powered By : XYZScripts.com