Aanvaren al geeft een bijzonder gevoel: het water voelt hier rijk aan! Na
maanden donkerblauw diep water zeilen we een soort lichte groenblauwturquoise spa met precies de goede temperatuur binnen. Na de aanvankelijke schrik “Hier maar 10 meter diep!” wil je er eigenlijk direct inspringen. Spierwitte stranden, rotspunten met enorme geweldig mooie landhuizen, prachtige idyllische ankerplekken: Antigua, eiland der supersuperyachties.

Binnenkomen blijkt overigs nog knap lastig. We parkeren Matsya met officiële quarantainevlag pal, met het anker bijna door de ruitjes, voor een klein huisje met 3 deuren naast elkaar: customs (1), immigration (2) en port authority (3).

Toos mag niet van boord, dus deze ‘captain’ brengt persoonlijk de volgende 2 uur door met het voortdurend achtereenvolgens heen en weer binnenstappen van de eerste 2 deuren. Daarachter bevinden zich: (1) de heer customsofficer; heel aardig, minstens 160 kilo, voorzien van drie niet werkende en niet met elkaar communicerende computers die mij vervolgens zeer scherpzinnig wijst op een niet geheel kloppend nummer in mijn papierenberg maar dat wel grinnikend oplost (altijd aan het lachen maken als het moeilijk wordt); (2) de groothertog immigrationofficer (minstens 180 kilo, met magnetron voor zich op zijn bureau); die mij niet toestaat hem direct aan te spreken. Dat moet via een vrouw ondergeschikte die mijn informatie weer met een hogere vrouw ondergeschikte deelt, die het vervolgens officieel aan de baas meedeelt, die daarop antwoord, waarop zij het weer doorgeeft en ik het weer hoor van mijn eigen zeer laagrangige aanspreekpet….. Let op: dit alles in een kamertje van hooguit 2×2 met hoge balie, magnetron en enorm opwekkende eetlucht. Niks aan het lachen te maken hier! Ernstige zaak. Mijn nummers kloppen niet volgens deur 2! Moet deur 1 oplossen die zegt dat het al opgelost is, wat niet geaccepteerd wordt door deur 2.……. Slapstick met toenemende trek in mijn bureaucratisch antropologisch onderzoek. Ik mag uiteindelijk met nu tot de draad versleten zolen en de slappe lach door naar deur 3 nadat ik officieel met 8 handtekeningen verklaar dat de boot met de vrouw erop die bijna in hun kantoortje ligt van mij is. Deur 3 blijkt leeg….. wel zie ik op het terrasje ervoor een geüniformeerde punnikende vrouw (55 kilo) die voor mij een onduidelijke lijst (onderteken ik blind) invult en mij na betaling van enkele dollars schaterlachend vrijlaat.

Maar dan mogen we ook het paradijs binnen! En echt; je kan hier ook beter rijk zijn! Het water op de havenfactuur is er namelijk helemaal niet, komt morgen of overmorgen of volgende maand. We vullen Matsya’s bunkers dus met 856 liter mineraalwater! Middagje sjouwen maar dan heb je ook wat: heerlijk, douchen en afwassen met mineraalwater. Volgende keer bunkeren we absoluut witte wijn om ‘in te blenden‘, moet nog beter zijn!

Ankerplekken & haventjes: zeilersporno! Na enkele minuten herformuleren we het begrip groot jacht. We geloven onze ogen niet (google maar): Endeavour, Velsheda, M5, Athena, Elfje, Rainbow, Rambler en minstens 5 andere klassieke J classes op een rij (motorjachten neem ik principieel niet mee maar hebben hier minstens 18 man crew). Als we Matsya even langs M5 (soepel gespierde trainende bokser op het achterdek) varen blijkt onze mast net tot de 1e van de 5 zalingen te komen….. We varen al jaren ukkepuk! Al op de eerste wandeling nodigt een onverlaatrijkaard Toos uit om even ‘in de boot’ te kijken als deze captain bij een andere zeilferrari even niet oplettend wegzwijmelt. Contrast met verwoest simpel Dominca vlakbij kan niet groter zijn. Voel weer socialisme bovenkomen….
Enfin, wandelingetje. We gaan Eric Claptons huis maar ’es opzoeke…

Antigua, Falmouth Harbour, maart 2018