We zijn over de helft! Onze positie is nu 14*43’006N 39*42’258W. Het
passaatzeilen is overgegaan in stormzeilen maar met Matsya + aanpak van
Rolf en doorzettingsvermogen van ons allen = goed te doen.
We hebben dagelijks de luxe om inzichten van Erik naast onze eigen
weerinformatie te leggen: het ziet ernaar uit dat het vrijadg pas weer wat
rustiger gaat worden. Niemand snapt dat het op deze (blote voeten) route nu
meer dan 5 dagen tussen de 25 en 30 (soms meer) knopen waait.

Het was wel even omschakelen om zoveel meer te schommelen: zelden ben je je
er zo van bewust dat je maar twee handen hebt om alles vast te houden,
recht te houden, tegen te houden en ook nog te verplaatsen, te roeren, aan
te trekken, mee te nemen, schoon te maken, af te vegen… Wachtschema nu
ook op stormstand dus we wisselen elkaar elke 2 uur in plaats van 3 of 4
uur af. Vooral ‘s nachts is dit weer intensief om op te anticiperen.
We hebben dagelijks contact met de maatjes van de Bonnefooi, zij zijn vanaf
de Kaapverden onderweg naar Suriname en we houden elkaar op de hoogte van
het reilen en zeilen, de situatie aan boord, het weer ter plaatse. Heel
bijzonder om te beseffen dat zij zo dichtbij zijn en in vrijwel dezelfde
omstandigheden naar de overkant willen én gaan. Waar ik eerst verrast was
over hoe makkelijk het allemaal ging, nu ervaar ik dat we elke mijl
bevechten en het echt verdienen om straks ergens aan te komen. En het gaat
ook niet iedereen voor de wind: vanochtend sprak ik over de marifoon een
vrachtschip in een search and rescue operatie voor een Frans jacht dat
vlakbij in de problemen was, ‘Focus’. We hebben er verder niks meer van
gehoord, behalve dat Peter en Anne hun op 25 januari zijn tegengekomen maar
niet te pakken kregen via de marifoon. We leven met elkaar mee op zee.
We zijn op onze eigen vierkante meters bezig met vrij basic dagelijkse
acitiviteiten: voor het poedelen hebben we een ceremonie ontwikkeld met
zoute emmers en sop op het achterdek. Nu dus aangelijnd wat er helemaal
grappig uit ziet.

Jos heeft al twee keer vliegende vis voor ons gemaakt: die komen zo je dek
op gevlogen en past misschien wel wat beter bij ons dan het met een hengel
binnenhalen van zeevis, hoewel we ambitieus blijven natuurlijk.
Daarnaast is het de kunst om zoveel mogelijk piepjes en kraakjes uit de
boot te krijgen voor de mentale rust. Mooiste wat me ondersteboven gelukt
is: het openkrijgen van de bank waarin Rolf zijn oude houten autootjes
opgeruimd had. Die hebben al 3000 mijl elke slinger van bakboord naar
stuurboord heen en weer gereden. De opluchting als zo’n geluidje
gedetecteerd is en opgelost is onbegrijpelijk groot.

Een andere greep uit de activiteiten: bijhouden hoeveel uur we de klok
achteruit kunnen zetten (nu 3 uur eerder dan in Nederland), bewonderen van
dolfijnen die rond de boeg springen, onszelf verwennen met heerlijke
lunches en knipbeurten op het dek. We hebben natuurlijk alweer een hele
lijst met dingen die we van plan zijn als we wat minder hoeven te
apenkooien.