Page 2 of 7

Buurman Abramovitsj

Het water is onvoorstelbaar mooi, de boten zijn onvoorstelbaar prachtig. We liggen in St Barths. We horen ‘tjop, tjop, tjop’: de helicopter die bij de buurman landt. Zelfs op Antigua hebben we dit nog niet gezien! Abramovitsj met zijn Eclipse 2 vernieuwt ter plekke mijn begrip van het concept rijkdom.

We dinghydriften rondom het enorme gevaarte. Ik verwacht dat een van de 60 personeelsleden zich snel naar buiten zal spoeden om ons op afstand te houden maar we worden getolereerd. We zijn ons zo aan het vergapen dat we de Palmira (een erg groot zeiljacht) geheel over het hoofd zien. Gelukkig zien zij ons wel en passeren ons lachend: de bemanning van de Palmira ziet er ontzettend de lol van in.

Omdat we vijf dagen naast Abramovitsj liggen merk ik dat het dagelijks wat met me doet om hem als buurman te hebben. Eclipse 2 is zo indrukwekkend en Abramovitsj zo rijk dat ik de behoefte krijg om te melden dat ik naast hem lig. We hebben hiervoor talloze boten gezien die misschien wel veel mooier, authentieker of beroemder waren; waarom meld ik dat dan niet en nu dan wel? Eclipse is het duurste jacht dat ooit gemaakt is, het lijkt net of er een beetje van zijn rijkdom op me afstraalt.

Er hangt een mysterieuze sfeer van mogelijkheden om hem heen. Echt waar: je vraagt je binnen no time af wat je met zoveel geld zou doen. De vraag ‘wat zou je doen met een miljoen’ verandert namelijk in ‘wat zou je doen met 13 miljard’. Dat gaat mijn voorstellingsvermogen iets te boven. Telkens als ik weer naar de Eclipse 2 kijk blijft het me bezighouden. Ik ontdek dat ik in de ochtend andere dingen met 13 miljard doen zou doen dan in de avond. Ik heb ook miljardairsideeën ontwikkeld over verjaardagen vieren, activiteiten als het regent en kleding aanschaffen (kortom: alles wat ik meemaak wordt tijdelijk door de miljardairsbril waargenomen).
Interessant dat ik mijn eigen wensen en dromen er probleemloos op projecteer en me doorlopend afvraag: ‘wat zit hij nou op z’n boot te doen?’ Is ie in z’n sportzaal bezig, in welk zwembad ligt ie of zit hij in een van de geheime ruimtes die er ongetwijfeld zijn? En wat zijn de jonge bemanningsleden met z’n zestigen aan het doen als hij er niet is?
Ook vraag ik me af wat voor ellende het geeft: Lasers flitsen terug naar fototoestellen van paparazzi’s. Kogelvrij glas beschermt hem tegen linke types. Raketafweergeschut (volgens Wikipedia) zal zich waarschijnlijk richten op dinghydriftende Nederlanders en nieuwsgierigen. Dit hebben we gelukkig (nog) niet in actie gezien. Op St Maarten staat z’n Boeing. Vandaar dus de helicopter: de Boeing kan niet kan landen op St Barths.

Wat me onderweg vaker opvalt is hoeveel bezit mensen hebben zonder het te gebruiken. We vangen slechts een glimp op van de extremiteiten. Ik besef me dat ieder er op z’n eigen manier mee om gaat. Toch zijn de verschillen schrijnend. Ik zou soms graag een paar mensen op een leegstaand superjacht willen laten werken of als anti kraak inzetten in een mooi landhuis. Dat zijn dus mijn gedachten uit de kuip kijkend naar de buurman.

Slapstick en zeilersporno

Aanvaren al geeft een bijzonder gevoel: het water voelt hier rijk aan! Na
maanden donkerblauw diep water zeilen we een soort lichte groenblauwturquoise spa met precies de goede temperatuur binnen. Na de aanvankelijke schrik “Hier maar 10 meter diep!” wil je er eigenlijk direct inspringen. Spierwitte stranden, rotspunten met enorme geweldig mooie landhuizen, prachtige idyllische ankerplekken: Antigua, eiland der supersuperyachties.

Binnenkomen blijkt overigs nog knap lastig. We parkeren Matsya met officiële quarantainevlag pal, met het anker bijna door de ruitjes, voor een klein huisje met 3 deuren naast elkaar: customs (1), immigration (2) en port authority (3).

Toos mag niet van boord, dus deze ‘captain’ brengt persoonlijk de volgende 2 uur door met het voortdurend achtereenvolgens heen en weer binnenstappen van de eerste 2 deuren. Daarachter bevinden zich: (1) de heer customsofficer; heel aardig, minstens 160 kilo, voorzien van drie niet werkende en niet met elkaar communicerende computers die mij vervolgens zeer scherpzinnig wijst op een niet geheel kloppend nummer in mijn papierenberg maar dat wel grinnikend oplost (altijd aan het lachen maken als het moeilijk wordt); (2) de groothertog immigrationofficer (minstens 180 kilo, met magnetron voor zich op zijn bureau); die mij niet toestaat hem direct aan te spreken. Dat moet via een vrouw ondergeschikte die mijn informatie weer met een hogere vrouw ondergeschikte deelt, die het vervolgens officieel aan de baas meedeelt, die daarop antwoord, waarop zij het weer doorgeeft en ik het weer hoor van mijn eigen zeer laagrangige aanspreekpet….. Let op: dit alles in een kamertje van hooguit 2×2 met hoge balie, magnetron en enorm opwekkende eetlucht. Niks aan het lachen te maken hier! Ernstige zaak. Mijn nummers kloppen niet volgens deur 2! Moet deur 1 oplossen die zegt dat het al opgelost is, wat niet geaccepteerd wordt door deur 2.……. Slapstick met toenemende trek in mijn bureaucratisch antropologisch onderzoek. Ik mag uiteindelijk met nu tot de draad versleten zolen en de slappe lach door naar deur 3 nadat ik officieel met 8 handtekeningen verklaar dat de boot met de vrouw erop die bijna in hun kantoortje ligt van mij is. Deur 3 blijkt leeg….. wel zie ik op het terrasje ervoor een geüniformeerde punnikende vrouw (55 kilo) die voor mij een onduidelijke lijst (onderteken ik blind) invult en mij na betaling van enkele dollars schaterlachend vrijlaat.

Maar dan mogen we ook het paradijs binnen! En echt; je kan hier ook beter rijk zijn! Het water op de havenfactuur is er namelijk helemaal niet, komt morgen of overmorgen of volgende maand. We vullen Matsya’s bunkers dus met 856 liter mineraalwater! Middagje sjouwen maar dan heb je ook wat: heerlijk, douchen en afwassen met mineraalwater. Volgende keer bunkeren we absoluut witte wijn om ‘in te blenden‘, moet nog beter zijn!

Ankerplekken & haventjes: zeilersporno! Na enkele minuten herformuleren we het begrip groot jacht. We geloven onze ogen niet (google maar): Endeavour, Velsheda, M5, Athena, Elfje, Rainbow, Rambler en minstens 5 andere klassieke J classes op een rij (motorjachten neem ik principieel niet mee maar hebben hier minstens 18 man crew). Als we Matsya even langs M5 (soepel gespierde trainende bokser op het achterdek) varen blijkt onze mast net tot de 1e van de 5 zalingen te komen….. We varen al jaren ukkepuk! Al op de eerste wandeling nodigt een onverlaatrijkaard Toos uit om even ‘in de boot’ te kijken als deze captain bij een andere zeilferrari even niet oplettend wegzwijmelt. Contrast met verwoest simpel Dominca vlakbij kan niet groter zijn. Voel weer socialisme bovenkomen….
Enfin, wandelingetje. We gaan Eric Claptons huis maar ’es opzoeke…

Antigua, Falmouth Harbour, maart 2018

Blijmoedig aanpakken en opnieuw beginnen

We zien het verschil al vanaf zee. Dominica; vorig jaar nog het mooiste groenste eiland heeft nu grote kale plekken. Hele regenwouden bestaan uit kale stammen. Prachtig nieuwe skipistes op de steile bergen geven deze wintersporter aanvankelijk hoop, maar die pistes blijken bij goed kijken aangelegd door Maria; het zijn hard geworden modderstromen.

Het anker plonst er in maar houdt deze keer verassend niet. De baai ligt vol dakplaten waarop onze Spade lekker sleetjerijdt. Als Matsya uiteindelijk voor het strand vast grijpt zien we vanaf het voordek dat de gezellige ‘shed’restaurantjes, terrasjes en huisjes in een soort oneindige
vuilnishoop veranderden. Kapot of weg. Een kale betonnen plaat met twee wrakke stoeltjes geeft aan waar je ooit gezellig kon sundowneren. Een paar locals zitten op die stoeltjes en kijken ons aan. Vriendelijk. Blij met ramptoeristen?

De wandeling door het stadje en latere rondrit over het eiland maken stil. Zo moet een oorlogsgebied er uit zien. Overal waar je kijkt puin. Meerderheid van daken en bovenverdiepingen weg. Torenspits en kerkdak ingestort. Het in de rivierbedding neergezette Chinese wegenbouwbedrijf met Chinezen en al in zee gespoeld (!). Onbeschadigde auto’s zijn er niet. Het regent hier veel en hard. Autorijden zonder ruiten, maar wel met ruitenwisser, nu een vast rijexamenonderdeel. Telefoonpalen en hoogspanningsdraden hangen en liggen nog maanden na de ‘direct hit‘ over en op de weg. Maria ontwikkelde zich binnen een dag van categorie 1 naar categorie 5. Meer dan 200 knopen wind uit alle richtingen. Om 6 uur gingen
in Rousseau/Scottshead in het zuiden de eerste daken er af, om 12 uur in Portsmouth in het noorden. Oorverdovend lawaai. Vliegende scheepscontainers. Modder metershoog in huis. Als mens kansloos in dat geweld. We lopen door een netjes geveegd woonstraatje langs puinhopen, ingestorte huizen en autowrakken. De bewoners vegen hun straat, zoeken bruikbaar materiaal uit de ravage en groeten ons. Vriendelijk lachend. We voelen ons welkom.

Ze gaan hier armer worden. Veel inkomstgenererende activiteiten zijn verwoest. De zondagse ‘yaahhties’ BBQ vereist een werkende barbecue. Voor ‘hiken‘ heb je een trail nodig anders is het hier op die steile hellingen in de hitte link. Paarden hebben paden nodig om met toeristen op hun rug te lopen. Zitten in boilinglake en hotspring is lastig als die met modder en stenen gevuld zijn. Boaties willen prima in een gedeukt taxibusje maar wel graag met 4 ipv 3 wielen en liefst ramen om de enorme buien buiten te houden. Boatboys die al die ‘activities’ graag voor een habbekrats regelen hebben een bootje nodig om je dat uit te kunnen leggen. Dat is allemaal stuk en moet weer opgebouwd, leeggeschept, weggezaagd, uitgedeukt, gerepareerd, dichtgetimmerd en in elkaar gezet. Meest met de hand, zonder graafmachine, kraan, timmerhout, garageapparatuur of industrielaarzen. Jarenlang stenen weggraven op teenslippertjes. Kijken ze hier blijmoedig grappen makend tegenaan en ook nog met vriendelijke echte aandacht en interesse voor de ramptoerist. “How can I help you?” vragen ze al schoonmakend aan ons!

De eilanders maken dit eiland uniek, leefbaar en prettig. Beginnen, ausdauer, creativiteit, ondernemingszin en als community goed in de gaten houden hoe het werkt. Weinig zeurende crackheads en rastasmokers op straat. Ze hebben hier duidelijk met elkaar afgesproken niet bij de pakken neer te zitten, blijmoedig de bende opnieuw op te ruimen (Maria had meerdere
voorgangers) en ondertussen ook nog aardig tegen die luxe wegzeilers te doen (ervaring?). De puinhoop maakt triest, de mensen op die puinhoop maken je vrolijk. “Yes, lost my home but still have my life, friends and family, I‘m doing fine”, zeggen 9 van de 10 die je hier spreekt. Plaats die uitspraak nou ’es in Groningen, Amsterdam, ’t Gooi of Heerhugowaard……

Enfin, we liggen hier een weekje verwaaid. Toos klust mee met de manegeherbouw, ik trek richting Venezuela afdrijvende boatboys met kapotte buitenboordmotoren van zee, doneer wat lijnen en ding maar niet meer af op de groentemarkt.

St Ruperts Bay, Dominica, februari 2018

 

Bougie explosive

Pas Possible! Oui! Non! Jamais! Bien sure……. Het is nog net geen slaan als het korte brede Franse mannetje met zijn vethanden tussen de motoronderdelen, half afgemaakte, gesloopte, carburateurs, cilinderkoppen en buitenboordmotorstaartstukken vandaan komt en op me afstapt. Voor menes!

Al maandenlang lopen we allerlei bootshops, garages, onderdelenbergplaatsen, sloperijtjes en winkeltjes af. Op zoek. Onze Paramaribose Enduro stelt ons nooit teleur maar de onderste cilinder had al wel tweemaal een nieuwe bougie nodig. Die vervang je dus. Simpel. Na enig zeurwerk verkocht de verkoopster met brede Surinaamse lach me twee reserves, die draaide ze uit het overgebleven model in de etalage! Meer in heel Suriname niet leverbaar! à hamsterbehoefte.

Ons motortje is populair in de Carieb. We zien het achter andere bootjes veel, heeeeel veeel voorbij komen. Allemaal perfect draaiend. Allemaal met perfecte bougies dus. Alleen die van ons geeft na een tijdje de geest. Onze onderste bougie dus.

Daarom stopte ik een gebruikte in de wandelrugzak. Gemakkelijk, hoef je geen ingewikkelde codes te onthouden, kan je gewoon aan de deskundigen laten zien en vragen om een nieuwe! Dus ook aan korte brede Franse monteurs in hun priegelwerkplaatje tussen hun motoronderdelen en olieblikken.

Deze is heel beslist: kan niet bestaat niet, is van andere motor. Suriname is toch ergens in zuid Amerika naast Venezuela….. zijn blik en toon maken me duidelijk dat deze sukkel er stevig tussen genomen is. Hij heeft trouwens zelf net zo’n motortje en wisselde in 10 jaar 1x de bougies……Zucht.  Ik leg nogmaals, nu iets harder uit dat het een splinternieuw motortje betreft, wat ik persoonlijk aan boord heb gedragen, waarvan ik persoonlijk bougies wisselde en dat ik dus PERSOONLIJK DEZE BOUGIE en vervangen. Kan niet, bestaat niet…… zegt ie.

Nu is het genoeg! Ik loop rustig maar wel iets versneld naar de steiger met onze dingy en motortje, spring er doodkalm maar beheerst in en raas zware hekgolven trekkend door haven en ankergebied heel rustig plankgas naar de werkplaats, gooi de boel vast, trek hem onder zijn werkbank vandaan en duw hem richting dingy. … Tada! Toos trekt mijn oude T-shirt van het kapje, zie je wel, zelfde motortje, daar heb je niet van terug he, monteur van niks, geef maar toe dat ik de goede bougie heb….had….. Klepje eraf…bougies zichtbaar,andere bougies, heel duidelijk… Geen ontkennen aan.

Triomfantelijke blik… ahhh mesjeu, wie is hier nou de professional???  Jouw oude bougie kan nooit uit dit motortje komen, past niet, andere boring en draad……  Jouw rotbougie is een buitenmodelletje, voor een motortje wat bijna niet voorkomt, zeker hier niet. Tsja helaas te zien, valt met geen mogelijkheid te ontkennen. Past nooit. Hoe kan dat nou?

Flash back: toen ik Matsya meer dan 10 jaar gelden kocht vond ik in het handige reservelaatjessysteem achterin een toen nieuwe bougie. Altijd bewaard, je weet nooit. Die bougie stopte ik dus onnadenkend in de rugzak en met dat buitenmodelletje hebben we dus nu bijna een jaar stad en land afgelopen om te horen dat die bougie zelfs niet besteld kon worden….

Enigszins besmuikt vraag ik in mijn nu allerbestenetste Frans of hij mij alsjeblieft de goede kan leveren. Naturellement, Pas de probleme! Kan iedereen hier, ik ook! Schouderklappend lopen we naar zijn nu prachtige werkplaats waar er twee uit een doosje komen. On top of that legt ie me ook nog eens uit dat onze bougie steeds stuk gaat omdat we te snel van het gas afgaan waardoor de oplopende hekgolf de onderste bougie natmaakt. Als ik hem zeg dat ik dat aan mijn vrouw duidelijk ga maken lacht ie en maakt er een zjujagebaar bij. Mannenbroeders vinden altijd common ground.

Le Marin, Martinique, januari 2018

Over de berg

De zon is al aardig heet als het steile stuk begint. Babbelende Toos vraagt hoe het met mijn heup gaat en kondigt bemoedigend aan dat we zo bij de laatste bocht komen. Ik weet wel beter. Er komen er nog minstens 8 met hele steile stukken daartussen. Onvoldoende puf om dat te zeggen. Sowieso onvoldoende puf om aan het tweegesprek mee te doen. Op Madeira liep ik haar er nog makkelijk uit! Vrienden: dat veranderde dus het laatste jaartje.

Nu de 3e keer dat ze me op deze berg lokt. Steilste en hoogste wat ze hier op dit eilandje hebben. 1e keer precies een uur omhoog, 2e keer een uur en een kwartier (witte wijn bij lunch), nu -na ontbijtje-  50 minuten.  Niet slecht, vooral niet omdat we vannacht een paar heel stevige buien over ons heen kregen met alle gewaak en ge’mooring’check vandien. Na 3 uur geen oog meer dicht gedaan. Linker meniscus en heup mopperen.

Boven de beloning: 3e verplichte fotomomentje naast de oude ruïne met niks die ze hier de schoorsteen noemen. De 2e keer vonden we achter de schoorsteen een bosafdaling die ik toen niet aandurfde. Gewoon weer zelfde weggetje naar beneden genomen….. zat me toch niet lekker, toch beetje tsja…. opgegeven. Vroeger had ik die bosafdaling absoluut genomen! Ego.

Toos babbelt wat met Fransen in hun fotomomentje. Ik slenterdwaal als vanzelf richting bosafdaling. Het is nu goed weer! Heup en knie mopperen wel maar verders nog niks. Revanche op mijzelf lokt. Nu dan. Go! Op avontuur. We gaan. Ego.

Het eerste stuk wel wat lastig, lijkt wel kletteren! Zonder handen kom ik hier niet omlaag. Oppassen, hier vallen niet leuk. Hoogsteil, onbegaanbaar en de Franse cariebeilanders hebben vast onvoldoende ervaring met helikopter- of skibanaanreddingen. Op dat terrein moet ik met mijn gipservaringen hier de absolute autoriteit zijn. Gele verfstippen geven een soort van route aan. Als je ze tenminste kunt vinden! Maria’s oog kwam op deze berg op zichtafstand langs. Met 185 knopen wind. Veel bomen liggen dus op de rotsen over de route en ook over de gele stippen………..

Verdwalen maakt moei… Dit heeft niks met wandelen te maken. We klimmen en kruipen door een soort takkenmicado op een steile wand. Een ramp voor meniscus en heup. Mopperen gaat over in protest. Gelukkig moet Toos veel trainen voor haar volgende avontuur, dus daarom is zij diegene van ons die steeds alle kanten op moet om de volgende gele stip te vinden. Dan is het logisch en beter als ik even wacht bij de laatste stip. Voor de veiligheid he. Kan ik roepen dat ik ‘hier’ ben.

Zo achteraan klauterende realiseer ik me het hetzelfde gevoel te krijgen wat Freerk en ik ‘s winters krijgen als we achter Jan naar beneden rommelen. Kapot van de tocht op je tourvellen omhoog moet je ook nog eens ‘off piste’ door mudsneeuw omlaag. Voor ons een worstelpartij met pijnlijke egodeukmomenten terwijl Jan zonder inspanning met grote vaart gemakkelijk naar beneden ‘tjoept’.

Dat gevoel dus. Toos tjoept simpel van tak naar steen (ondertussen hagedisjes vriendelijk toesprekend). Ik worstel me mopperend zwaarmoedig door de takken over de puinberg. Zou toch na het eerste stuk makkelijker moeten worden! NOT. Steiler met meer omgewaaid groen. Wat doe ik hier als zeemens tussen al die rotsen en priktakken. Zeeavontuur? Egoprobleem? Dit gaat heeeeel lang duren……. Dat gevoel dus.

Tuurlijk; alles komt aan boord weer goed. Mits aan boord.

Lunchtijd lang voorbij als ik zuchtend op de kuipbank plof. Water, zeelucht, wind om me heen. Bomen bergen en hellingen op de kant. Goed zo. Biertje. Ben heel duidelijk over de berg geklommen.

Les Saintes, Terres de Haut, december 2017

Geluksgevoel en regen

Midden in de reformatiebrandstapels op mijn kuipbank (Erasmus, Luther en de zich misdragende Roomse curie) (Ook Luther misdroeg zich trouwens) wordt ik plotsklaps nat. Spetjes…

Het regent. Het regent hard: EINDELIJK!

Hier wachten we nu dus Al Weken Op; Deze Frisse, verfrissende Bui. De meteovoorspellingen geven hier in dit Caraïbische paradijs al geruime tijd regendagen aan. Franse inzichten: Die dagen regen blijken vooral te bestaan uit een in de verte langsdrijvende bui. Voor de gemiddelde Frans een natte dag. Voor ons niet vervuld verlangen.

We zagen de laatste twee dagen met regelmaat heerlijk dikke donkere wolken met sluiers over de machtige toppen van Guadeloupe langsdrijven. Daar hebben ze toch maar mooi mazzel, regen, en niet zo’n beetje ook! Tropische buien gaan hard maar erg plaatselijk. De buurman wordt nat, jij krijgt niks… Afgunst.

Willen wij ook: Zo’n lekkere bui! Veel te lang niet meer gehad. Heerlijk alle zout weg van dit doorgepekelde bootje. Kunnen we weer even door de ramen naar buiten kijken zonder eerst de buitenkant te moeten afvegen. Niet meer alles vanzelf ‘s nachts nat door vochtaantrekkend zout. En …. het aller- allerlekkerste: het ruikt! Naar meiregen in Nederland! Jullie weten wel, weekje heel warm, dan de eerste druppels, eerst enkele, dik, steeds harder, waterval. Dat ruik je! Nu wij dus ook eindelijk weer.

Toos rent gelijk lachend, kraaiend en schreeuwend naar het voordek. Nat.

Denk daar maar e’s goed over na vrienden, daar in NovemberNederland.

Les Saintes, november 2017

 

Pittig gelukzalig

Toos wekt me uit een bewusteloos droomloze slaap van wel 2 uur. Moe, het hakken zat. Op deze zee, deze koers in dit weer maakt zelfs Matsya oorversplinterende klappen. Krimpt je maag van samen. Heel veel water op dek. Massief, slaat over dorades en luiken tegen de ramen  van het doghouse aan. Ruitenwissers onder water, onzin! Werktuiglijk check ik de instrumenten. Plotsklaps valt me op dat het lampje van de automatische bilgepomp van de voorpiek opgloeit. Shit. Nooit eerder gebeurd. Zaklamp, voorpiekluik open, water onderin, zout, meer dan een paar liter. Shit, waarvandaan? Binnenregen: rand van het voorluik. Kan nooit zoveel zijn.

We vertrokken gisteren nadat ik en Erik een in deze periode zeldzaam weergat ondekten met ZOwind waardoor we direct van het Spaanse water de prachtige Les Saintes konden bezeilen. Een prima plek om het komende terugzeiljaar te overwegen. Wel tegen stroom en wind in, maar ja dat zagen we dan maar als goede oefening na anderhalf jaar de wind mee. Moet makkelijk kunnen!

5’ op zee: Toos beetje ziek (op deze reis eerste kotsje) ook ik geen trek en neem mijn vrij zeldzame voorallezekerheidprimatourtje. En, jah.. altijd dezelfde ellende… het waait zeker altijd 5 knopen harder dan ze beloven. Mee een voordeel, tegen: hier rampje. We boksen door. Stikdonkere nacht. Waarom gaan de verhalen altijd over prachtige maanverlichte nachten met zacht  muziekje en prettig gesprek op deze Cariebzee? Dit is een natte kermis waar je moet vechten om wat koude koffie binnen te krijgen, waar horen en zien je vergaat. Wat was de bedoeling ook al weer?

Slaapdronken na de waterbinnenschok: denk nog niet goed. Ze maakt water. Ruk pilots en tijdschriften met mogelijke uitwijkhavens tevoorschijn waar we Matsya uit het water kunnen tillen. Constructieprobleem? Las gesprongen door de klappen? Boegschroefkolom lek?  Honderden mijlen van alles af. Goed dat ik de grabbag op Curacao checkte een aanvulde met een flesje Bourbon! Maar:

Vooral ook dat ik in opdracht van huismechanic Siep op Curaçao de voorpiek vol met zoet water spoot om zout te verwijderen (voelt voor booteigenaar erg tegennatuurlijk om je boot vol te gooien) en we er achter kwamen dat de pompslurf snel verstopte door vuil. Die is nu vrij! Het nieuwe zoute water is dus snel weer buiten, daar waar het hoort. Zout water buiten geeft rust.

Een uurtje lauwe thee op de kuipbank helpt mij de boel weer helder te krijgen. We drijven, goed. Ongeveer 3 liter per uur, kunnen we altijd wegpompen, ook goed. Matsya zit als een onderzeeër in elkaar, gesprongen lasnaad… om die gedachte gaan ze me in Hindeloopen slopen. Kan niet. Water moet van boven komen. Combi veel water op dek en verdroogd rubber kan makkelijk 3 liter per uur opleveren. Uitwijkhaven en honderden mijlen omvaren onnodig. Les Saintes was en blijft het. Door.

En daarna?

Prachtige zonsop- en ondergang. Wind en golven nemen af, motor gaat zelfs aan zodat Toos haar favoriete Oostzeekanaalvaar en -wuif kan oefenen (denk Beatrix en Groene Draak wuivend naar vissertjes op de oever). Zo hoort Carieb varen te zijn: Les Saintes in zicht, kristal helder water, conveniënt mooring, vriendelijke hulp van de mooringmeester, schattige huisjes aan strandjes, rustig schommelend lang slapen (nog steeds buiten) in een heel prettig temperatuurtje, ochtends een frissende duik vanaf de boot, daarna stevige wandeling de berg op. Visser brengt zijn vroeg gevangen vis direct aan boord. Lunch met prettig wijntje. Curaçaose Gekko niet weggespoeld en weer uit de mast gekropen! Slapen zonder pa’s knuppeltje naast me. Pelikaan plonst in baai. Hier gaan we even blijven denk ik. Gelukzalig.

Les Saintes, november 2017

Gekkopeutertje en andere inkijkjes

Twee maanden Curaçao. Graag weer verder, maar volgende week hoog bezoek uit Bussum, dus daar gaan we nog een paar leuke dagen mee beleven.

Ondertussen roept Toos mij de laatste weken indringend dagelijks toe dat het NU tijd is om weer wat te schrijven, dus, om mijn dagelijks heerlijke eggsontbijtje niet te verspelen; daar gaan we ondanks ontbrekend helder thema dus. Het is trouwens sinds paar dagen koeler dan de 39plus (echt waar!) die we in de schaduw een paar weken dagelijks aantikten. Snoeiheet. Zelf de locals kwamen spontaan zwetend hun huisjes uit om dat nog eens aan deze factor 50 macamba uit te leggen. Niet nodig, had ie ook zelf heel duidelijk gemerkt. Je doet echt niks meer en bent tegen een uurtje of vijf van het niks doen gesloopt. Blog schrijven, onderwaterschip afkrabben, afwassen, schroefas smeren, filters cleanen, zus bellen, budget checken, vergeet het maar. Biertje ‘that’s it’. (Geen zorg voor mijn echte vrienden, alweer aan het minderen). Nu dus naast dat minderen een verplicht strak dagactiviteitenenbewegingsprogramma opgesteld. Wandelen, spieroefeningetjes en bijvoorkeur clegazeilers helpen. Medezeilers weten het: Het Klust namelijk Heerlijk op Andermans Boot! En: sinds vandaag ligt hier een jacht met de naam ‘Disaster’ dus dat komt goed.

Op Matsya viel na de werf weinig tot niets meer te doen. Ze is volgens Ivar dan ‘uit balans’ alles werkt en blijf ook werken. Gelukkig nu weer in balans….. Gisteren een lekkend koelkastpompje vervangen. Kon ik zwaar zwetend, verwensingen mompelend donker kijkend in de motorkamergrot een ochtend mijn sleutelangst te lijf. (Diagnose: probleem ontkennen, hopen op zelfreparatie, weet dat ik moet, stel uit, doe iets, maar blijf me, zelfs na de jullie overbekende enthousiaste Toosaanmoediging, ook bij ‘gelukt’ toch amateur voelen. Graag uw advies mijn beste kliniclega’s).

Upside van de hitte: slaap sinds paar maanden buiten, gewoon na tandenpoetsen plaf op de kuipbank. Niet goed voor de seks wegens twee kuipbanken, maar sowieso nog steeds veels te warm (zonder airco kunnen ze hier de kraamafdeling opdoeken) en ik word ook al weer een jaartje ouder tuurlijk. (Geen hoop kapers op de kust; er is al een verplicht opwekkend onderdeel in het activiteitenbewegingsprogramma opgesteld). Buitenslapen is top, ik plan dit vanaf hier tot Schotland!

Buitenslapen = ook hanenslapen. Ze jatten hier stevig en ik kijk nu iedere avond een aflevering Narcos (Escobars levensverhaal), dus periodiek met pa’s oude knuppeltje even rondkijken is bij mij dan snel gewoon. Het gevolg lijkt nu dat ik daardoor vooral in de nanacht heel vast doordroom. Eergisteren droomde ik dus heel duidelijk dat het hard woei en we ankerop moesten. Bij nader inzien bleek de ‘woei’ te bestaan uit een vleermuisje wat ontdekt had dat er binnen bananen lagen en al etend in het stikkedonker vlak over mijn hoofd naar binnen vloog, een stukje at, naar buiten vloog, spijt kreeg en opnieuw op de banaan afdook. Komt nu nachtelijks langs en helpt bij het bestrijden van vliegend ongedierte! Bovendien hebben we sinds een weekje Gekkopeutertje, vermoedelijk via de bijboot als verstekeling aan boord gekomen. Helaas nog zo klein dat we hem alleen nog maar per ongeluk zien en erg op moeten passen waar we lopen, maar we hebben hem als huisdier heel graag gezellig aan boord en willen hem graag IJsselmeermuggen laten proeven. Ondertussen eet hij kruipend ongedierte laten we kruimels liggen en stofzuigen met zorg en leesbril!

Spaanse water, november 2017

Dinghy

In de nabije verte blèren twee machtige US 8-cilinders aan. We liggen langs de provinciale vaargeul waar de locals bij licht en donker liefst met minstens 800 pk achter hun monsters langsrazen. Daartussendoor pruttelen onze clega-ankeraars met hun 2 PKrubbertjes. Zie het als gezellig op de Solex tussen de BMW’s, Mercedessen en Lambo’s op de autobaan tussen Frankfurt en Keulen. Ander concept. Moedige helden!

Deze waarneming zet mij aan tot een mijmering over het concept; de dinghy, de rubberboot, onze dienstfiets, stadsauto, het winkel- en vrachtwagentje waarmee wij de
dagelijkse dingen doen. Zonder is deze wereldreis onmogelijk. Na de beste stuurautomaat absoluut de belangrijkste aanschaf.

In Nederland leeft over ‘de ideale dinghy’ een heel ander beeld dan je hier gaandeweg ontwikkeld. We starten met licht, liefst opvouwbaar (dus zachte bodem) en 4 takt, stil, schoon motortje (elektrisch!). Zoiets schaffen we dus aan en hangen we daarna heel netjes, blinkendschoon aan voor diefstal goed bereikbare davids achterop de boot. Alles
milieutechnisch geheel verantwoord, klaar voor de toekomst en zoals het hoort op Loosdrecht.

Wat zijn de gevolgen van deze verantwoorde aanschaf hier, op het Spaanse water waar je dagelijks behoorlijke afstanden vaart, waar het doorgaans 20/28 knopen (BF 5/6) waait, waar de locals geroutineerd vriendelijk zwaaiend alles verwoestende hekgolven trekken en waar het daglicht vlak na zes uur ‘s avonds met een soort knop uitgaat?
Een inkijkje: (1) de aangeschafte eitjes, koekjes, kaas, toiletpapier, stadkleding en kleine kinderen met hun puzzels worden doornat (en zout). (2) bij een snelle ministorm kom je vanaf het piratennest (gebruikelijke zeilershangout met goedkoop bier) niet meer tegen wind en golven in en moet je machteloos toezien hoe je boothuis langzaam van het anker gaat en de buurman er tegenop krabt. (3) je zit per dag bij vier ‘normale’ overtochten (2x heen en weer) ongeveer een uur in de klereherrie van een op vol vermogen
draaiende jengelmug naast je oor. (4, de belangrijkste) je vaart met je Solex op een autobahn, waar ze ook in het stikkedonker en met een biertje op het Gas Er Vol Op Houden. Ook Zonder Lampje.

Ziedaar een Nederlandse Natte Sitting Duck met 2PK; Wil je niet.

Meer ervaren waterwoners lossen dit probleem na deze ervaring vooral met ‘mucho’ PK’s (15 pk enduro niet voor niks meest gepikte motortje in de carieb) en een zwaarder bootje op. Voordelen: boeg hoger in combi met planeren op een harde bodem betekent droge koekjes en zoet kind (lacht ook harder); veeeeel korter varen met minder herrie en op termijn betere oren; snelle & veilige autobahnoversteken met minder potentieel bloedverlies, op tijd bij je bootje zijn als het mis dreigt te gaan dus minder stress en in de toekomst lagere verzekeringspremie. Jullie voelen ’m al aankomen: StevigeTweeTaktmetHarde Bodem! Licht, sterk, snel, onverwoestbaar maar desondanks met hamer en schroevendraaier te repareren.

Maar het milieu dan? Brandstof verbruik? Tsja…. Een klein in deze baai uitgevoerd onderzoekje (n=4) suggereert dat deze echt belangrijke aspecten in dit drijvende dorpje niet opwegen tegen de hierboven genoemde voordelen (bloedverlies niet meegenomen) en dat men de indruk heeft dat 4×3 minuten 2 takt brandstofverbruik tot minder uitputting van onze fossiele voorraden en herrie leiden dan 4×20 minuten 4 takt. Bam. Ik hoop dat ze het meenemen in de kabinetsformatie.

Curaçao, september 2017

Vissen …… kan ik missen.

Nog donker als ik in de dingy langs de op de rede gemoorde jachten naar de Agaath race. Alleen lokale vissertjes, Bas en ik zijn wakker. Hij staat al klaar op het achterdek. We gaan dingytrawlen.

Na duizenden mijlen zeezeilen voortdurend 2 lijnen met allerlei lekkers voortgesleept ving ik Nada, Noppes, Niks, Nul. Toos kreeg zelfs op Lanzarote heel vriendelijk -iets te vriendelijk- les van een steenrijke rapper met een enorme visboot -‘Ohh My God’- en daarna kwam de niegus er pas goed in. Bijna dagelijks hoorden we een enorme klap waarna er weer een stuk lijn met haak en kunstaas weg was. Minstens 200 euro op de oceaanbodem. De vissen staan voor.

Bas is van ons de echte visprofie; groot, klein, met- en zonder tanden, de gezinslunch op weg naar Suriname zelf gevangen. Zijn instructie telt, vanmorgen vullen we de dingy tot de rand met vis! Motortje pruttelt zacht -stinkt daardoor enorm-, 2 mijltjes voortgang, onze sjieke hengels voorzien van de perfecte ‘lure’ 20 meter achter het stinkmotortje, thermoskoffie, wachten tot de maaltijd aangrijpt. Best gezellig! Vlakbij zien we een stokoud vissertje in een wrak roeibootje iets onduidelijks met een lijntje in zijn hand doen.

Twee uur later. De koffie is op. Volgens Bas heeft vissen met geduld te maken. Ik overdenk als zelfkenner die laatste opmerking in stilte…………….. Ineens grote opwinding bij de oude man. Met een trotsbrede grijns rond zijn laatste drie tanden tilt hij een enorme ‘jack’ op, bijna net zo groot als de vis die we op de Suriname rivier zagen, ook al gevangen door een oude man met een handlijntje in een wrak bootje-. Vanavond feest voor zijn hele familie!

Enigszins aangedaan besluiten we dat het nu echt te licht en te warm is om door te vissen. Bovendien hebben we overduidelijk beter aas nodig. Om de afdruipfactor te beperken doen we nog 1 trekje langs de pier. Daar zag ik duikend echt belachelijk veel vis zitten. In stilte pruttelen we dit laatste stuk. Maarrrrr!!! Wat is dat?…….. Bas lijkt iets te voelen. Ik ook! Ieder van ons haalt draait nu zijn lijn in, waarbij we allebei duidelijk weten druk aan de haak te voelen! De lijnen zijn bijna binnen, de spanning stijgt. Er flippert iets. Ons jagersinstinct ruikt bloed. Vol trots zullen we zo de vangst aan onze vrouwen geven met de opdracht de keuken in te gaan om die direct met een uitje klaar te maken. Daarna de massage voor de door de jacht vermoeide arm en rugspieren. Deze dag kan niet stuk!

Inderdaad……. een heel bescheiden Peuterbonitootje aan Bas zijn lijn. Peutertje is gewiekst knopend aan zijn lijn om mijn lijn heen gezwommen. Na ruim ontknoopwerk ligt peuter op de dingybodem waarna we maar weinig overleg nodig hebben om te besluiten dat ook deze peuter een zelfgevangen vis is en dus deze keer niet teruggezet wordt. Soepele beweging Bas met enorm hakmes: Kop Eraf. Een van ons op weg naar zijn massage. De ander op weg naar BudgetMarine -prijstechnisch BerovingMarine- voor het ultieme kunstaas voor morgen.

Volgende dag fast forward: …. Donker als ik naar de Agaath race. Alleen een lokale vissertjes, Bas en ik zijn wakker. Staat al op achterdek. Dingymotortje stinkty weer zacht, hengels met de perfecte ‘lure’, thermoskoffie, wachten. Vlak aan het strand is een stokoud vissertje zijn wrak roeibootje met vis aan het vullen…

Anderhalf uur later: koffie op, benzine op, rubberbootje bijna gezonken door haak in het rubber, daarna haak in mijn vinger. Roeibootje oude visser bootje vol met vis. We besluiten dat het klaar is en halen de boel naar binnen. Maarrrrr!!! Wat is dat?…… ik voel druk!!! Haal de lijn helemaal binnen, het stukje Peuterbonito wat vanmorgen als aas dient is er af gegeten. Eindelijk beet gehad dus! Jammer dat ik vergat het beschermplasticje van de splinternieuwe haak af te halen………..

De vissen lopen uit.

Kralendijk, 21 augustus 2018

« Older posts Newer posts »

© 2023 Matsya

Theme by Anders NorénUp ↑

WP2Social Auto Publish Powered By : XYZScripts.com